Bedrijfsactiviteiten met betrekking tot gevaarlijke stoffen

Inkoop is verantwoordelijk voor de inkoop van gevaarlijke stoffen. De procedure voor de inkoop van gevaarlijke stoffen is vastgelegd in procedure 2.040 en 2.060 van MAVIM. PIM zorgt voor verzameling, vastlegging en beheer van documenten behorend bij handelsgoederen van Technische Unie. Dus ook van de veiligheidsinformatiebladen behorende bij gevaarlijke stoffen.

De VIB zijn extern opgeslagen bij Toxic®. Toxic® zorgt dat de laatste veiligheidsinformatie is bijgewerkt in de VIB die voor Technische Unie beschikbaar zijn. Gevaarlijke stoffen horen vergezeld te gaan van een actueel en compleet VIB. VIB worden als hyperlink aan het artikelnummer gekoppeld en op de website van Technische Unie gepubliceerd. Deze kunnen vrij worden gedownload. Wanneer een leverancier geen actueel en compleet VIB levert, kan ook Technische Unie haar klanten niet voorzien van actueel en compleet VIB.

Daarnaast bepaalt inkoop welke stoffen worden ingekocht en in welke hoeveelheden. Technische Unie vervoert gevaarlijke stoffen onder de vrijstellingsregeling Limited Quantities (LQ) voor het vervoer van gevaarlijke stoffen in kleinverpakkingen. Meer hierover bij de afdeling Distributie.

Logistiek heeft de verantwoordelijkheid (goederen met) gevaarlijke stoffen te ontvangen, op te slaan en te vervoeren naar de klant. Technische Unie handelt in artikelen met verpakkingsgroepen II en III.  Verpakkingsgroep I komt niet voor in het assortiment.

Bij binnenkomst worden goederen fysiek gecontroleerd op aantal, schade en lekkages daar waar het gevaarlijke stoffen betreft. Afwijkingen worden op de reguliere wijze gemeld.

Gevaarlijke stoffen liggen opgeslagen op drie locaties in het distributiecentrum in Alphen aan den Rijn. Brandbare gevaarlijke stoffen worden opgeslagen in hal 1 of hal 4. De opslag in hal 1 (PGS15 opslagvoorziening) heeft een capaciteit van 10 ton. De capaciteit van de opslag in hal 4 is 2,5 ton. De overige stoffen gaan naar de “milieugang” in hal 3 gang 32-5. Tot slot zijn er nog twee locaties waar gevaarlijk afval tijdelijk wordt opgeslagen voor het wordt afgevoerd.

De PGS15 voorziening in DCA Hal 1 kan gezien worden als de hoofdopslagvoorziening van gevaarlijke stoffen. Zij kan maximaal 10.000 kg herbergen. Alle wanden, het plafond en de deuren zijn brandwerend met een WBDBO van minimaal 60 minuten. De opslagruimte is voorzien van automatische rookdetectie en een aerosol blussysteem. De meeste producten zitten in consumentenverpakkingen, zogenaamde “limited quantities”. Het magazijn is door een gaaswerk i.v.m. de opslag van spuitbussen conform PGS15 voorschrift 7.4.2 in hoofdstuk 7 in twee delen verdeeld. In het voorste gedeelte liggen ADR-klasse 3 brandbare vloeistoffen en klasse 4.1 brandbare vaste stoffen opgeslagen. In het achterste gedeelte liggen ADR-klasse 2 (gassen, spuitbussen en kleine butagastankjes) opgeslagen. Inruimen en order-picking

In de opslag voor gevaarlijke stoffen werken 2 tot 4 medewerkers ongeveer 2,5 uur verspreid over de hele dag. Zij houden zich bezig met het inruimen en picken van de goederen.

In het, in 2022 in gebruik genomen, DCE aan de Eikenlaan in Alpen aan den Rijn zijn drie PGS15 voorziening die ingericht kunnen worden voor opslag van Gevaarlijke goederen. Het voornemen is deze ruimtes te gebruiken voor opslag van “thuisbatterijen”. In 2023 zal hierover een definitieve beslissingen vallen

Bij het transport van gevaarlijke stoffen onderscheiden we twee stromen. Lijntransport en fijn transport. Er zijn geen speciale wettelijke eisen met betrekking tot de uitrusting van onze voertuigen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Het transport gebeurt onder de zogenaamde vrijstellingsregeling (LQ) voor het vervoer van gevaarlijke stoffen in kleinverpakkingen. Deze vrijstellingsregeling heeft als voordeel dat niet aan de volledige ADR-regelgeving voldaan hoeft te worden, maar als nadeel dat niet alle stoffen in alle hoeveelheden vervoerd mogen worden. Een voortdurende monitoring door de VA van de voorraad gevaarlijke stoffen is nodig om binnen de gestelde kaders van de LQ-vrijstellingsregeling te blijven.

Het lijntransport van de Distributiecentra naar de Overslagpunten wordt uitgevoerd door Vos Shared Logistics. De goederen worden in en op verschillende dragers in de trailers geladen. De goederen met gevaarlijke stoffen zijn binnen een trailerlading herkenbaar aan de rode bakken. Deze rode bakken bieden bescherming tegen beschadigingen en lekkages in het gehele distributieproces. De rode bakken zijn voorzien van verplichte kenmerken, evenals de pallets met rode bakken. Met het lijntransport gaat een uitdraai mee van het volume, de klasse en de UN-nummers van gevaarlijke stoffen.

Een overslag vindt plaats in de Overslagpunten van Technische Unie. De trailerinhoud wordt hier uitgesorteerd naar verschillende routes voor het fijn transport binnen de regio. De rode bakken worden overgezet in de routewagen en aangeboden aan de klanten en verkooppunten. Vervoer van gevaarlijke stoffen onder LQ is niet gehouden aan het voorschrift van begeleidende vrachtbrieven. In het vervoer van de overslagpunten naar de klant is de Personal Digital Assistent (PDA) de elektronische opvolger voor pakbonnen. De tekst van gevaarlijke stoffen wordt in de PDA in het rood aangegeven. Omdat het vervoer uitsluitend onder LQ plaats vindt, zijn de vrachtwagens van Technische Unie niet uitgerust met schriftelijke instructies (ADR 5.4.3 annex 8.1.2.1 onder b).

Op alle verkooppunten van Technische Unie is een voorraad verpakte gevaarlijke stoffen aanwezig om aan de eerste klantbehoefte te kunnen voldoen. De samenstelling van het pakket en de hoeveelheden worden bepaald door de afdeling die verantwoordelijk is voor de inrichting van verkooppunten.

Technische Unie voldoet aan de voorschriften (ADR 1.10). Zij maakt gebruik van: