Skip to main content

Conclusies en aanbevelingen

Jaarverslag Gevaarlijke Stoffen 2022

Nieuwe VA-Gevaarlijke stoffen opleiden

Om gezondheidsredenen is de VA Gevaarlijke Stoffen minder beschikbaar geweest dan eerdere jaren. Voor wat betreft gevaarlijke stoffen betekende dit consolideren en voortborduren op behaalde resultaten uit het verleden.

In 2023 zal een nieuwe VA-gevaarlijke stoffen aangetrokken moeten worden. Niet omdat dat verplicht is, maar omdat we meer willen doen dan de wet ons voorschrijft. Van een goede werkgever wordt nu eenmaal zorgvuldigheid vereist. Bij een onderwerp zoals gevaarlijke stoffen kan zorgvuldigheid alleen betracht worden op basis van specifieke kennis. Een gecertificeerde VA Gevaarlijke Stoffen beschikt over deze kennis, kan het aantonen, en houdt zijn kennis op peil.

Voorstellen maken tot verminderen van gevaarlijke stoffen

De Nederlandse Arbeidsinspectie (voorheen ISZW) heeft reeds in 2018 het terugdringen van kankerverwekkende stoffen (CMR-stoffen) tot speerpunt gemaakt voor de komende jaren. (Arbobesluit 4.13 en 4.15). Daarnaast bepaalt het Activiteitenbesluit dat bedrijven er alles aan moeten doen om milieurisico’s in te perken. Een minimalisatieverplichting heet dat.

Een aantal sleutelfunctionarissen zijn in 2022 door de Arbocoördinator geïnformeerd over deze minimalisatieverplichting. Maar door de beperkte beschikbaarheid van onze VA Gevaarlijke Stoffen zijn concrete maatregelen op dit gebied uitgebleven. De nieuwe VA zal dit verder moeten uitwerken en vormgeven.

Uit de Toxic database blijkt dat er ca 125 artikelen de status CMR hebben. CMR staat voor carcinogene, mutagene en reprotoxische stoffen. Carcinogene stoffen kunnen kanker veroorzaken, mutagene stoffen kunnen genen (DNA) beschadigen en reprotoxische stoffen kunnen een schadelijk effect hebben op de voortplanting.
Technische Unie profileert zich steeds meer op de gebieden duurzaamheid, recycling en hergebruik van afval. Daar hoort ook bij dat Technische Unie, als marktleider in de technische groothandel, een verantwoordelijkheid heeft bij de vermindering van gevaarlijke stoffen.

Hiermee wordt voorzien in de maatschappelijke behoefte aan duurzaamheid. Allereerst heeft dit positieve gevolgen voor de eigen medewerkers en voor de klanten en hun medewerkers. Immers, hoe minder gevaarlijke stoffen in de keten hoe minder blootstelling in de keten. Daarnaast zou een assortiment zonder gevaarlijke stoffen veel extra werkzaamheden en aanvullende administratieve handelingen wegnemen.

In 2023 zal de nieuwe VA Gevaarlijke Stoffen in overleg met betrokken afdelingen een prioriteitenlijst moeten samenstellen van stoffen die uitgefaseerd MOETEN worden. Gevolgd door stoffen die we KUNNEN uitfaseren (omdat het economisch belang gering is). En tot slot stoffen die een economisch belang vertegenwoordigen. Op basis van deze gegevens zal er een plan moeten komen om, binnen commercieel aanvaardbare kaders, gevaarlijke stoffen uit het assortiment te halen met het predicaat kankerverwekkend (CMR stoffen) en de zogenaamde zeer zorgwekkende stoffen (ZZS).

Blootstellingsrisico’s verminderen

Voor medewerkers binnen de logistiek is het risico op blootstelling gering. Echter medewerkers van de Algemene Dienst lopen wel een reëel risico op blootstelling, omdat zij daadwerkelijk met gevaarlijke stoffen werken. In relatie hiermee heeft Technische Unie ook een inspanningsverplichting om voor hen het blootstellingsrisico zo klein mogelijk te laten zijn.

CMR-artikelen worden niet meer gebruikt, zo blijkt uit de in 2022 gehouden RI&E door DEKRA Industrial Safety. Een verdiepend blootstellingsonderzoek hoeft dan ook niet te worden uitgevoerd.

In 2023 zal bij de checks door de VA Gevaarlijke Stoffen steekproefsgewijs ook de Algemene dienst onder de loep genomen moeten worden. Gebruik van CRM-stoffen moet onderdeel zijn van de check. Gebruiksadvies is nul: geen gebruik maken van deze stoffen.

Beleid kwetsbare groepen maken

Dit onderwerp stond in 2022 al op de agenda. Door de beperkte beschikbaarheid van de VA Gevaarlijke Stoffen is dit onderwerp nog niet afgerond.

Niet iedere medewerker komt in aanmerking om met, of in de buurt van, gevaarlijke stoffen te werken. Werkgevers dienen ook rekening te houden met kwetsbare groepen, zoals jeugdigen (16-18), medewerkers die zwanger zijn, borstvoeding geven, migranten, anderstaligen en mensen die op grond van andere wetgeving speciale bescherming genieten. In de Arbowet is ook opgenomen dat de werknemer verplicht is mee te werken aan voor hem georganiseerde voorlichting en onderricht.

Medewerkers zullen moeten voldoen aan het volgende profiel:

  • Heeft voorlichting (e-learning) volbracht en begrepen

  • Kent de risico’s

  • Is minimaal18 jaar

  • Heeft geen ziektes, gebruikt geen medicijnen

  • Vertoont geen ongewenst gedrag (roken, alcohol, drugs).

  • Weet hoe alarm te slaan

Hiermee wordt bereikt dat medewerkers met voldoende zelfredzaamheid worden ingezet.

Dit zal verder onderzocht moeten worden door de VA-gevaarlijke stoffen. Het beleid hieromtrent moet vastgelegd worden in Mavim en / of in de afdelingsregels, en er zal door de leiding naar gehandeld moeten worden. De VA-gevaarlijke stoffen moet dit tijdens zijn auditbezoeken controleren en in de verslagen vastleggen.

Incidenten bij retoursturen verminderen

De procedure voor het retour sturen van gevaarlijke stoffen zal opnieuw onder de aandacht gebracht moeten worden bij de Service Centra. Beschadigde / lekkende gevaarlijke stoffen mogen niet worden teruggestuurd naar het DC en moeten lokaal worden afgevoerd. In 2023 werd dit 7 keer genegeerd, waardoor gevaarlijke situaties kunnen ontstaan voor de medewerkers in het DC die deze goederen ontvangen.

Terug naar inhoudsopgave

Bijlagen