Skip to main content

Conclusies en aanbevelingen

Jaarverslag Gevaarlijke Stoffen 2021

Verminderen gevaarlijke stoffen

Technische Unie verhandelt producten met gevaarlijke stoffen. Ca. 1.500 artikelen zijn gevaarlijk of bevatten gevaarlijke stoffen.

Uit de Toxic database blijkt dat er ca. 125 artikelen de status CMR hebben. CMR staat voor carcinogene, mutagene en reprotoxische stoffen. Carcinogene stoffen kunnen kanker veroorzaken, mutagene stoffen kunnen genen (DNA) beschadigen en reprotoxische stoffen kunnen een schadelijk effect hebben op de voortplanting.

De wetgeving omtrent gevaarlijke stoffen is streng. De vele incidenten met gevaarlijke stoffen, denk aan Chemie-Pack in Moerdijk of de Cindu-ramp in Uithoorn, maken dat werken met of het verhandelen van gevaarlijke stoffen is omgeven met allerlei extra maatregelen zowel op fysiek als administratief gebied. Bij Technische Unie merken we dat aan de speciale opslagvoorzieningen, de rode transportbakken, het contract met Toxic® ter verkrijging en beheer van actuele VIB en het opleidingsprogramma dat in 2021 is ontwikkeld. Daarnaast heeft Technische Unie als belangrijkste technische groothandel nog een andere verantwoordelijkheid. Namelijk in de vermindering van gevaarlijke stoffen.

De Nederlandse Arbeidsinspectie (voorheen ISZW) heeft reeds in 2018 het terugdringen van kankerverwekkende stoffen (CMR-stoffen) tot speerpunt gemaakt voor de komende jaren (Arbobesluit 4.13 en 4.15). Daarnaast bepaalt het Activiteitenbesluit dat bedrijven er alles aan moeten doen om milieurisico’s in te perken. Een minimalisatieverplichting heet dat.

Ook heeft Technische Unie een inspanningsverplichting om haar medewerkers te beschermen tegen blootstelling aan stoffen die de gezondheid kunnen schaden. Dit kan door producten te vervangen door andere niet-schadelijke of minder gevaarlijke producten. Dit moet een continu proces worden zodat uiteindelijk gevaarlijke stoffen niet meer door Technische Unie verhandeld worden.

Hiermee wordt voorzien in de maatschappelijke behoefte aan duurzaamheid. Allereerst heeft dit positieve gevolgen voor de eigen medewerkers en voor de klanten en hun medewerkers. Immers, hoe minder gevaarlijke stoffen in de keten hoe minder blootstelling in de keten. Daarnaast zou een assortiment zonder gevaarlijke stoffen veel extra werkzaamheden en aanvullende administratieve handelingen wegnemen.

[bsf-info-box icon=”Defaults-check-circle” icon_size=”32″ icon_color=”#047d36″ pos=”left”]In overleg met betrokken afdelingen en een VA moet een prioriteitenlijst worden samengesteld van stoffen die uitgefaseerd MOETEN worden. Gevolgd door stoffen die we KUNNEN uitfaseren (omdat het economisch belang gering is). En tot slot stoffen die een economisch belang vertegenwoordigen. Op basis van deze gegevens zal een plan gemaakt moeten worden om, binnen commercieel aanvaardbare kaders, gevaarlijke stoffen uit het assortiment te halen met het predicaat kankerverwekkend (CMR stoffen) en de zogenaamde zeer zorgwekkende stoffen (ZZS).[/bsf-info-box]

Blootstellingsrisico’s

Voor medewerkers binnen de logistiek is het risico op blootstelling gering, echter medewerkers van Algemene Dienst lopen wel een reëel risico op blootstelling omdat zij daadwerkelijk met gevaarlijke stoffen werken.

Technische Unie heeft een inspanningsverplichting om voor hen het blootstellingsrisico zo klein mogelijk te laten zijn. CMR-artikelen, voor zover die nog gebruikt worden, moeten in ieder geval vervangen worden. Wanneer het voor een goede uitvoering van de werkzaamheden noodzakelijk is te (blijven)werken met gevaarlijke stoffen, zouden deze medewerkers periodiek een gezondheidskundig onderzoek moeten ondergaan specifiek gericht op blootstellingsscenario’s.

[bsf-info-box icon=”Defaults-check-circle” icon_size=”32″ icon_color=”#047d36″ pos=”left”]Het voorstel is om hier in de RI&E van 2022 een verdiepend onderzoek naar te laten doen door DEKRA Industrial Safety.[/bsf-info-box]

Kwetsbare groepen

Niet iedere medewerker komt in aanmerking om met, of in de buurt van, gevaarlijke stoffen te werken.

Werkgevers dienen ook rekening te houden met kwetsbare groepen*, zoals jeugdigen (16-18), medewerkers die zwanger zijn, borstvoeding geven, migranten, anderstaligen en mensen die op grond van andere wetgeving speciale bescherming genieten. In de Arbowet is ook opgenomen dat de werknemer verplicht is mee te werken aan voor hem of haar georganiseerde voorlichting en onderricht.
Medewerkers zullen moeten voldoen aan het volgende profiel:

• Heeft voorlichting (E-learning) volbracht en begrepen
• Kent de risico’s
• Is min.18 jaar
• Heeft geen ziektes, gebruikt geen medicijnen
• Vertoont geen ongewenst gedrag (roken, alcohol, drugs)
• Weet hoe alarm te slaan.

Hiermee wordt bereikt dat medewerkers met voldoende zelfredzaamheid worden ingezet.

[bsf-info-box icon=”Defaults-check-circle” icon_size=”32″ icon_color=”#047d36″ pos=”left”]Dit zal vastgelegd moeten worden in Mavim en / of in de afdelingsregels, en er zal door de leiding naar gehandeld moeten worden.[/bsf-info-box]
[bsf-info-box icon=”Defaults-info-circle” icon_size=”16″ icon_color=”#000000″ pos=”left”]*Kwetsbare groepen medewerkers kunnen bij blootstelling aan gevaarlijke stoffen een extra risico lopen. Bijvoorbeeld omdat door een beperking en/of medicijngebruik de belastbaarheid lager is.[/bsf-info-box]

PGS15 voorziening (bunker)

Stank

Sinds de ingebruikname klagen medewerkers over stank in de bunker. In 2018 is een onderzoek uitgevoerd naar de luchtsamenstelling en de blootstellingsrisico’s van het werken in de bunker. Hoewel de concentraties gevaarlijke stoffen in de ruimte nooit gezondheidskundige normen overschreden is toch besloten om mechanische ventilatie te installeren.

[bsf-info-box icon=”Defaults-check-circle” icon_size=”32″ icon_color=”#047d36″ pos=”left”]

In 2022 zal het luchtonderzoek opnieuw gedaan worden om vast te stellen of  concentraties nog steeds binnen de gezondheidskundige normen vallen.

[/bsf-info-box]

Kantoren

Boven op deze opslag zijn op de eerste verdieping enkele kantoorvertrekken. Dit is toegestaan, maar niet optimaal. Niet optimaal in de zin dat nu met technische en bouwkundige voorzieningen de veiligheid van deze medewerkers geborgd moet worden. Deze voorzieningen kunnen falen. Beter ware het geweest om geen werkplekken nabij een opslagruimte met gevaarlijke stoffen te hebben. Maar het gaat te ver om de situatie op korte termijn aan te passen.

[bsf-info-box icon=”Defaults-check-circle” icon_size=”32″ icon_color=”#047d36″ pos=”left”]

Wel kan als advies gegeven worden om bij een ingrijpende verbouwing, verhuizing of aanpassing ervoor te zorgen dat werkplekken en opslagruimtes voor gevaarlijke stoffen verder van elkaar af gepositioneerd kunnen worden. Dat maakt de situatie intrinsiek veiliger en minder afhankelijk van technische voorzieningen. 

[/bsf-info-box]

Gevaarlijk afval

De opslag van gevaarlijk afval voldoet niet aan de wettelijke voorschriften. We hebben het dan over de tijdelijke opslag vóór transport naar de afvalverwerker vanaf het DCA. De VA heeft in een adviesrapport aan het management aangegeven wat nodig is om dit volgens de voorschriften te doen. (Bijlage 3)

[bsf-info-box icon=”Defaults-check-circle” icon_size=”32″ icon_color=”#047d36″ pos=”left”]Plaats een speciale opslagcontainer op het buitenterrein van het DCA in het zogenaamde (beperkt toegankelijke) AD gebied.[/bsf-info-box]